Noli me tangere
Een paasicoon met vrouwen bij het graf gekomen om het lichaam te balsemen.
Mattheüs 28:
De engel[…..] zei tegen de vrouwen: “U hoeft niet bevreesd te zijn. Want ik weet dat u Jezus zoekt, die gekruisigd was. Hij is hier niet want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom en zie de plaats waar de Heer gelegen heeft
Links boven de ontmoeting tussen de opgestane Heer en Maria Magdalena. Ze dacht dat het de tuinman was..
Joh. 20:14
En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat Jezus het was.
Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt je? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, […..]. Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester.
Jezus zei tegen haar: “Houd Mij niet vast (noli me tangere) want ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader”.
Pasen
Wat dacht u, dat de volgelingen van Jezus op de Paasmorgen met muziek en bloemen zich naar het graf haastten om de opgestane Heer te huldigen? Geen denken aan. De vrouwen koesterden geen wensdroom over een opstanding. Ze komen heel nuchter aanzetten met specerijen!
En toen de vrouwen zagen dat de steen van het graf was afgewenteld, kwamen ze toen tot de blijde slotsom: Hij leeft? Vergeet het maar. Er staat dat ze in grote verlegenheid waren. Is dat niet onze verlegenheid?
De cirkel van ons kleine voorstellingswereldje wordt doorbroken, er komt een inbreng van andere zijde, een engel die zegt: “Wat zoekt u de levende bij de doden? Hij is hier niet, maar hij is opgewekt. Herinnert u hoe hij, toen hij nog in Galilea was, tot u gezegd heeft: de Mensenzoon moet overgeleverd worden in de handen van zondaren en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan”.
De vrouwen worden niet op de hoogte gebracht van de mening van Jan, Piet of Klaas, hoe geleerd ook. Nee, ze worden herinnerd aan Jezus’ eigen woorden. Daar staan ze met hun specerijen, de hoofden timide gebogen. De middelste van de drie vrouwen op de icoon houdt het kruikje met mirre tegen zich aan. Hij die gezegd heeft: “Ik ben de Opstanding en het Leven” kun je toch niet conserveren in de dood? En daar staan wij, vertelt de icoon. Als je goed kijkt zie je achter het drietal een zee van nimbi. En nog verder naar achteren de Heer in eigen persoon in gesprek met Maria van Magdala. Als het ware een icoon in de icoon, vaak afzonderlijk afgebeeld onder de naam “Noli me tangere” (Raak mij niet aan).
Met zijn rechtervleugel klapwiekt de engel van vreugde. Een feestelijke icoon!